Adeloedeladelaar-ervaringen

Twee anekdotes van vóór 2020…

 

 

 

 

De eerste dag van mei speelde ik de voorstelling de Adeloedeladelaar voor een groep kinderen in Veenendaal die een dagje uit waren in een sportkantine met sportvelden. Het ging om ongeveer 55 kinderen van 4 tot en met 8 jaar van de Kinderopvang. Er zaten echter ook wat oudere kinderen bij, zoals Max van 9 jaar. Hij ging vooraan in de hoek zitten bij een soort drinkautomaat.
Ik voelde al snel aan dat het goed was om zo nu en dan mijn aandacht aan hem te geven. Door te zeggen wat ik liever niet wilde en op een ander moment wat ik wel wilde van hem; ik nodigde hem dan uit om een rol te spelen of iets anders te doen in de voorstelling. Na afloop kwam hij tegenover me staan en zei enigszins mannelijk en beslist: ‘een van de beste voorstellingen ooit’.

 

Laatst had ik een voorstelling voor volwassen verstandelijk gehandicapten in Vaals bij Maastricht. Zij waren hier op vakantie in zomerhuisjes. Toen ik aankwam later er zo’n 24 mensen buiten op een mooie grasplek, inclusief begeleiding. Ik zag dat ik mij kon verheugen op een voorstelling waarin ik zelf een prachtig uitzicht had op frisgroene grasheuvels en een knalblauwe lucht.

Ik voelde me enigszins onzeker omdat ik de voorstelling ‘de Adeloedeladelaar’, die ik nu ging spelen, gewoonlijk voor kinderen van 4 tot en met 8 jaar speel. Van te voren was mij verteld dat dit kloppend was, maar toen ik de mensen zag, dacht ik, ik vraag het mij af…

Het pakte echter geweldig uit. Er werd gedanst tot driemaal toe, er werd geroepen en gelachen, meegespeeld en meegedacht. Toen ik op het laatst nog 1 keer mijn accordeon pakte, begon een ingetogen jongeman met het syndroom van down een uitgelaten wilde dans, waar zijn begeleiders met blije verbazing naar keken.

Direct na het einde was er een man met een stoere zonnebril op (hij zag er uit of hij bij de begeleiding hoorde), die rechtstreeks naar een keuken liep en terugkwam met een keukenvoorwerp dat ik in de voorstelling gebruikte had. Hij bewoog er mee zoals ik dit ook had gedaan en riep enthousiast uit: ‘dit vergeet ik mijn leven niet meer’.

Uiteindelijk vroeg ik aan een autistische vrouw die zich zelf de hele tijd heen en weer had gewiegd tijdens het verhaal wat ze er van had gevonden. ‘Ik heb keihard gelachen’, was het uitbundige antwoord.

Kortom, het was een verrassende middag waar ik opgetogen vandaan kwam.